De verborgen krachten van Solanum tuberosum,
De aardappel bevat veel zetmeel en mineralen, maar ook calcium, magnesium en ijzer.
Wist je dat de Indianen de aardappel gebruikten om ‘high’ te worden om in contact te komen met hun voorouders?
Wist je dat de rauwe schil van de aardappel verkoelend werkt bij bijvoorbeeld verbranding door de zon of zelfs bij brandwonden?
Buiten de verkoelende werking heeft de rauwe schil ook een pijnstillende werking. Regelmatig de schil vernieuwen tot het verzachting geeft, dit werkt ook bij koorts.
De aardappelschil helpt wonden genezen en trekt het vuil eruit, ook heeft de aardappel de eigenschap om een splinter eruit te krijgen.
Aardappel helpt ook bij zwellingen bij bijvoorbeeld een verstuiking.
Rauwe aardappel verteren we niet en is giftig bij inname net als de rest van de plant, de bladeren en de bessen.
Het sap van de rauwe aardappel daarentegen werkt ontzurend en ontstekingsremmend.
1 theelepel rauwe aardappelsap per keer (dit kan je opbouwen naar een borrelglas per keer) hersteld spijsverteringsvliezen en kan je gebruiken bij maagzweer, suikerziekte, jicht, reuma en bij ontstekingen aan de gewrichten. Een rauwe aardappelkompres kan winter,- handen en voeten verlichten en kookwater wordt gebruikt bij gezwollen en rode gewrichten.
Gekookte aardappels houden heel lang hun warmte vast, dit werd vroeger in een theedoek gedaan, dichtgebonden en geplet. Dit werkt pijnstillend bij (menstruatie) krampen en reumatische klachten, ook werkt het slijmoplossend als je het op de longen of op de keel legt, leg wel een handdoek onder de warme aardappelzak.
Bouillon van de aardappelschillen helpt bij nierstenen.
Gebruik altijd biologische aardappels zonder kiemremmend middel van de boer of gebruik je eigen teelt.
Geneeskrachtige werking van de aardappel:
- verkoelend
- samentrekkend
- uittrekkend
- wondhelend
- slijmoplossend
- vochtafdrijvend
- ontzurend
- ontstekingsremmend
- Traditioneel huismiddel tegen middenoorontsteking, waarbij men fijngehakte uien in een stoffen zakje op het oor legt, of een omslag van vers gekookte, fijn geprakte aardappelen.
Zelf aardappels telen:
Stekken maken:
- Zaaibak met zaai en stekgrond evt wat vermengd met vermiculiet of/en een zaaibak met kokosgrond, dit heel goed bevochtigen en kuiltjes maken voor de stukken aardappel.
- Begraaf de aardappel voor de helft in de aarde.
- Bevochtig pas weer als je de eerste kiem ziet, maar laat de grond niet volledig uitdrogen.
- Na ongeveer 2 weken komen er kleine scheutjes.
- Als meerdere kiemen gegroeid zijn tot 10-15 cm kan je stekken maken.
- Draai of knip de spruiten er voorzichtig af op grondniveau.
- Verwijder de onderste bladeren van de spruiten en laat ze wortelen in een glaasje water, binnen een paar dagen gaan de wortels zich ontwikkelen
- Houd het waterniveau hoog en ververs het 1x in de week.
Uitplanten:
- Gooi verwelkte en verrotte stekken weg.
- Als de wortels zich gevormd hebben en enkele centimeters lang zijn, kan je ze planten, je kan ze in potjes met aarde wat groter en sterker laten worden.
- Plant ze eind mei als de vorst en kou weg is en de grond gemiddeld 15 graden is, plant ze 10cm diep en 30 tot 40 cm uit elkaar. Ik bedek de aardappelplantjes met een dikke laag hooi, die vul ik regelmatig aan zodat de wortels van de plant goed bedekt blijven, dit systeem houd beter het water en de warmte vast en zorgt dat de bodem gevoed blijft en niet snel uitdroogt. Op deze manier heb je minder last van onkruid en schiet er toch iets tussendoor, dan is dit veel makkelijker te verwijderen.
- Geef ze goed water en voedt evt met fosfor.
Bemesten:
- Aardappelen hebben lichte zurige grond nodig, heb je dit niet, voeg dan 1 tot 2 liter turf per plant toe.
- Heb je kleigrond, voeg dan 1 of 2 liter turf of compost toe en 300 gram lavagruis per m2.
- Ongeveer 1 maand na het uitplanten bemest je ze met 2 handjes (60 tot 80 gram) fosfor en vinassekali per plant.
Water geven:
- Snoei ze niet, de hoeveelheid zonlicht die de bladeren opvangen bepaalt de grootte van de aardappelen.
- Geef af en toe veel water.
- Laat de grond tussen de gietbeurten door wat uitdrogen, niet te lang.
Oogsten:
- De aardappelen zijn klaar om te oogsten tussen de 90 en 120 dagen.
- De knollen moeten gemiddeld een diameter van 8cm hebben.
- oogst ze voor de eerste herfst vocht.
- meestal zijn ze klaar als de bladeren en takken geel beginnen te kleuren.
- Aardappels laat je 10 tot 14 dagen afharden in een krat of kist in een warme droge en donkere ruimte van ongeveer 25 graden, ze mogen elkaar niet raken tijdens dit droogproces.
Bewaren:
- Je kan de uitgeharde aardappelen ongeveer 6 maanden bewaren in een koele en donkere ruimte van 10 tot 12 graden.